Toelichting op de Fluxus-notatie        home

 

Cantatorium van St. Gallen (begin 10e eeuw; CH-SGs 359)

 

Fluxus (eind 20e eeuw)

 

Fluxus is, net als het traditionele kwadraatschrift, Lagal en een aantal andere notaties, een alternatieve muzieknotatie voor het gregoriaans. In Fluxus worden de tiende-eeuwse adiastematische neumen van St. Gallen op lijnen gezet, zodat alle ritmische (semiologische), expressieve en ornamentatieve aanwijzingen uit de oudste bronnen samen met de preciese toonhoogten van later tijden in één gemakkelijk leesbare notatie toegankelijk zijn.

 

Fluxus werd voor het eerst gepresenteerd in: Tijdschrift voor Gregoriaans 22 (1997) 67-76. Op 29 augustus 2009 werd op de 15e bijeenkomst van de IMS studiegroep CANTUS PLANUS (Dobogókő, Hongarije) een paper over de Fluxus-notatie gepresenteerd. In juni 2011 werd op het internationale symposium Notarum Figura in Auxerre (Frankrijk) het boek Scores for Tenth-Century Chant gepresenteerd, waarin vele, soms moeilijk elders vindbare gezangen, zijn uitgegeven in Fluxus-notatie. Dit boek kan hier worden besteld.

 

In het boek wordt de kwestie van de notatie gekoppeld aan een kritisch alternatief voor het principe van Dom Prosper Guéranger (1805-1875, stichter en eerste abt van het klooster van Solesmes). Dit principe werd door Guéranger geformuleerd in zijn "Institutions Liturgiques" (1840-1851). Op grond van dit principe hebben de monniken van Solesmes honderden middeleeuwse handschriften verzameld en de melodieën onder elkaar uitgeschreven op grote tableaux die uiteindelijk leidden tot "de gregoriaanse frase" van het Graduale Romanum van 1908. Op het congres van april 1904 in Rome noemt Dom André Mocquereau (1849-1930) dit principe het fundament van de school van Solesmes. Ook vandaag nog zijn de pogingen tot kritische reconstruktie van het gregoriaans in wezen op dit principe gebaseerd (b.v. in de Beiträge zur Gregorianik). Het kritisch alternatief voor het principe van Solesmes gaat niet uit van de "meeste" stemmen, maar van de "beste"; dat zijn in de eerste plaats de tiende-eeuwse Sint-Gallen handschriften, in de tweede plaats de vroege adiastematische handschriften als geheel, en pas in de derde plaats de diastematische handschriften uit Zuid, Midden en Noord Europa.

 

Bij Angelis suis en In longitudinem vindt u typische notaties uit handschriften en van later tijd.

 

Van 10 responsoria en 5 offertoria (met verzen) vind u hier de volledige partituur in fluxus-notatie.

 

Sinds de samenstelling van bovenstaande overzichten uit de handschriften, zijn er met name twee belangrijke wetenschappelijke publicaties verschenen (met bijbehorende digitale edities):

 

Katherine Eve Helsen, The Great Responsories of the Divine Office, Aspects of Structure and Transmission (Regensburg 2008)

 

Rebecca Maloy, Inside the Offertory, Aspects of Chronology and Transmission (Oxford 2010)

 

Helaas zijn de edities bij deze publicaties om verschillende redenen ongeschikt voor uitvoering. Voor uitvoerbare edities raadpleegt men beter de zogenoemde "restituties" van de semiologen:

 

Dominique Crochu: Responsories op gregofacsimil.free.fr

 

Anton Stingl: Offertoria op gregor-und-taube.de

 

 

home